De tienjarige Toda woont bij haar vader, een taartenbakker en trompettist. Wanneer die plots wordt opgeroepen om te vechten in de oorlog, staat ze er alleen voor. Ze begint aan een spannende, avontuurlijke reis naar het buitenland, waar haar moeder woont en het veilig is. Onderweg leert ze voor zichzelf opkomen, terwijl ze in allerlei absurde situaties terechtkomt en nieuwe mensen leert kennen. Maar zal Toda haar moeder ook vinden?
Een verhaal op de grens tussen realisme en absurditeit. Maar ook een aanklacht tegen de oorlog, vol verwijzingen naar het hedendaagse vluchtelingenprobleem.