De vijftienjarige Minnie groeit in het San Francisco van de jaren zeventig, de stad van vrije liefde, drugs en hippies. In de zoektocht naar haar seksuele identiteit gaat ze een relatie aan met de veel oudere vriend van haar moeder. De onzekerheden en hersenspinsels die daarbij komen kijken, vertrouwt ze toe aan een taperecorder en illustreert ze als striptekenaar in wording in haar schetsboek.
Een eerlijk coming-of-ageverhaal dat tegelijkertijd grappig, gedurfd als ontroerend is. Zonder een oordeel te vellen, krijgen we een blik in het leven van de vroegrijpe Minnie. Soms een tikkeltje ongemakkelijk, maar vooral heerlijk verfrissend.