De film begint in 2014, een Zweeds verkiezingsjaar waarin de rechts-nationalistische partij de derde grootste van het land werd. Als (blanke) dochter van een Litouwse moeder en een Syrische vader werpt de vurige Silvana Imam zich op als een boegbeeld van de Zweedse antiracismebeweging. Silvana kwam al op jonge leeftijd naar Zweden. Ze omschrijft zichzelf als een lesbische, feministische en antiracistische punkrapper en noemt Zweden een walgelijk land. We zien iemand die even arrogant als onzeker is. Haar rauwe raps zijn autobiografisch, met veel aandacht voor seksuele identiteit, politiek en haar eigen immigrantenachtergrond. Silvana is een tikkende tijdbom, maar de sfeer kantelt prachtig wanneer ze verliefd wordt op de popster Beatrice Eli. Er verschijnen scheurtjes in het imago van de onaantastbare driftkop.
Soms expliciet, dan weer kwetsbaar. Een tedere documentaire en verplicht kijkvoer.