De boeken van Annie M.G. Schmidt worden bevolkt door heel eigenwijze kinderen. Pluk is er zo eentje, en kreeg na de succesvolle verfilmingen Minoes en Abeltje ook een eigen film. Het jongetje met het verwaaide haar en de pet rijdt met zijn rode kraanwagentje de stad binnen, op zoek naar een huisje. Hij belandt in de leegstaande torenkamer van de Petteflet en maakt er kennis met Aagje, haar keurige moeder mevrouw Helderder, de sympathieke winkelier meneer Pen, Zaza de kakkerlak en de Stampertjes, vijf broertjes met rood wc-borstelhaar wiens vader elke dag friet bakt.
Er zijn plannen om de torteltuin nabij de Petteflet van de kaart te vegen en er een groot vogelmuseum neer te poten. Maar dat is natuurlijk buiten Pluk en zijn kameraden gerekend.