In een kasteel bovenop de heuvel woont een wonderlijke figuur: Edward, charmant en verlegen, maar met scharen in plaats van handen. Wanneer hij in de mensenwereld belandt, is dat een hele schok. Hij past zich snel aan, en vooral de huismoeders in de wijk zijn dol op hem. Maar er zijn ook de haat, de argwaan en de pesterijen. Het is niet makkelijk om je plek te vinden tussen de mensen, zeker niet als je schuw en anders bent.
In dit moderne sprookje maakt het gothische griezelkasteel plaats voor de pasteltinten van de buitenwijken. We bekijken de mensen door Edwards ogen: soms vriendelijk, vaak een beetje idioot, maar soms ook doortrapt, jaloers en vol slechte bedoelingen.